Groep 5/6, procesgericht 3

In de les over auto-ritmes hebben jullie geleerd om de bloknotatie te gebruiken. De bloknotatie hebben we gebruikt voor ritmes. Maar we kunnen de bloknotatie ook gebruiken voor melodie-instrumenten.

In deze les gaan jullie met behulp van Boomwhackers een eenvoudige melodie verzinnen en opschrijven in bloknotatie.

Voorbeeld van een melodie gespeeld op viool:

Wat is het verschil tussen ritme en melodie?
Kan een ritme een melodie hebben?
Kan een melodie ritme hebben?

Een melodie is een serie tonen van verschillende hoogte achter elkaar. Die verschillende tonen kunnen ook nog verschillen in toonduur, dus in lengte. Een melodie kan dus ook een ritme hebben met lange en korte tonen.
Een melodie kan naast een ritme ook nog woorden hebben. Dan is het een liedje.

2 Tonen
Ga met z’n tweeën tegenover elkaar zitten. Je hebt allebei een Boomwhacker in je hand. Gebruik dit werkblad om samen een korte melodie te maken. Je mag daarbij de volgende ritme-patronen gebruiken:

Laat het resultaat aan elkaar horen!

3 Tonen
Ga met z’n drieën tegenover elkaar zitten. Je hebt alle drie een Boomwhacker in je hand. Gebruik dit werkblad om samen een korte melodie te maken. Je mag daarbij de volgende ritme-patronen gebruiken:

Laat het resultaat aan elkaar horen!

Voor elk kind een boomwhacker en een pen of potlood.