Groep 1/2, procesgericht 1

Deze lessenserie gaat over Hondje Do. Do is een heel aardig hondje die met zijn baasje en een kat in een huisje in de stad woont. Maar het huisje is nogal klein en daarom gaat Do regelmatig uit wandelen. Op deze tochten komt hij in verschillende avonturen terecht waar de kinderen muziek bij gaan maken en liedjes bij gaan zingen.

In elke les komt Do op op een andere plek, de lessen bestaan uit drie liedjes: Het liedje over Do is het startpunt en keert elke les terug. Telkens komt er een couplet bij waarbij de kinderen op verschillende manieren geluiden kunnen maken en kunnen bewegen.
Dan is er een liedje dat betrekking heeft op de plek waar Do is
En het derde liedje gaat over het moment dat Do weer thuis is in zijn kleine huisje dat aan het einde van elke les kan worden gezongen.

Bespreek met de kinderen welke huisdieren de kinderen allemaal kennen en misschien ook wel thuis hebben. Is er ook wel eens een huisdier weg gelopen?
Introduceer zo Hondje Do. Gebruik eventueel een pop om het verhaal levendig te maken.

Zing het liedje of laat het liedje horen.

Hondje Do woont in de stad
Met een baas en met een kat
Samen hebben ze het fijn
Maar het huisje is wat klein

Woef woef, trippel trippel trap
Daar gaat Hondje Do op stap

Daarom gaat Do wel eens weg
En loopt hij langs de heg
Dravend met een flinke vaart
Vrolijk zwaaiend met zijn staart

Woef woef, trippel trippel trap
Daar gaat Hondje Do op stap

Het eerste avontuur:

Do is in de dierentuin
Hij ziet dieren overal
In het water, in het zand
Grote/kleine/ritselende/schuivende dieren, snel aan de kant!

Bespreek met de kinderen welke dieren ze allemaal kennen van de dierentuin. Kies er vier om geluiden bij de verzinnen. Laat de kinderen meedenken over welk instrumentje het beste bij het gekozen dier past.

Geef twee of drie kinderen een zelfde soort instrument en zing het lied waarbij Do langs het betreffende dier komt. De kinderen die het bijbehorende instrument hebben mogen hun dier even laten horen. Dan gaat Do weer verder (zing het liedje) en komt hij bij het volgende dier in de dierentuin.

Eventueel kun je met de kinderen zonder instrument bewegingen verzinnen die ze doen als Do langs het betreffende dier komt.

Zing met de kinderen als afsluiting het liedje In Een Nest. Hondje Do is thuis.

Bespreek eventueel de avonturen van Do met de kinderen na.

In een nest

Vogels wonen in een nest, in een nest met zachte veertjes.
Vogels wonen in een nest en dat vinden vogels best.

Paarden wonen in een stal, in een stal met heel veel haver.
Paarden wonen in een stal en dat vindt een paard niet mal.

Mensen wonen in een huis, in een huis met heel veel kamers.
Mensen wonen in een huis en daar voelt een mens zich thuis.

Hondje Do woont in de stad, in de stad in een klein huisje.
Hondje Do woont in de stad met zijn baasje en een kat.