Klas 2: De egel en de haas

Introductie

Deze les is gebaseerd op de fabel De Egel En De Haas.

Het verhaal

Dit verhaal klinkt als een leugenverhaal. Maar de grootvader van de verteller verzekerde dat het waar is, omdat het anders niet verteld kan worden. Op zondagmorgen in de herfst was iedereen vrolijk en mensen gaan in zondagse kleding naar de kerk. De egel staat voor zijn deur en wil zijn knolraap bekijken in het veld. Deze plant groeit het dichtst bij zijn huis en daarom beschouwt hij hem als zijn eigendom. Bij de hoek aan de rand met het veld met sleedoorn komt hij de haas tegen. De haas vraagt alleen waarom de egel in het veld is als hij wordt gegroet door de egel. Als de haas hoort dat de egel een wandeling maakt, maakt hij hem belachelijk.

De egel kan niet over de opmerkingen over zijn poten en daagt de haas uit tot een hardloopwedstrijd. Een fles brandewijn en een gouden dukaat worden op het spel gezet en ze schudden elkaar de hand. De egel wil eerst naar huis om te ontbijten en hij laat zijn vrouw meekomen. De vrouw moet beneden in een vore gaan staan en de haas en de egel zullen vanuit een vore naar haar toekomen. Als de haas nabij is, moet ze roepen “ik ben er al”. De haas en de egel starten en de haas neemt meteen een enorme voorsprong. De egel hurkt na drie stappen en blijft rustig zitten.

De haas is stomverbaasd als hij de egel al beneden ziet en hij rent terug. Boven roept de egel ook “ik ben er al” en de haas rent opnieuw naar beneden. Bij de vierenzeventigste keer haalt de haas het niet meer en hij stort dood neer. Bloed stroomt uit zijn keel en de egel pakt de gouden dukaat en de fles brandewijn en hij gaat met zijn vrouw naar huis. Als ze niet gestorven zijn, leven ze nog. Dit was het verhaal van de egel die op de Bokslagse hei de haas doodliep. Niemand, al is men nog zo voornaam, mag spotten met een eenvoudig schepsel. Neem een vrouw van je eigen stand, iemand die er net zo uitziet als jijzelf.

(Afkomstig van Wikipedia)

Ritmisch spreken

Welke tekens zie je boven de letters staan?
Wat betekenen ze?

(stip = kwartnoot, blokje = halve noot, streepje = hele noot)

Zelf maken

Maak nu zelf een ritme met puntjes, blokjes en streepjes. Teken op een papier een tabel met 1 rij en 4 kolommen:

Let op: in elk vakje passen 4 stippen, 2 blokjes of 1 streep.
2 stippen en 1 blokje mag ook! Volgorde mag je zelf weten.

Oefen om je zelfgemaakte ritme te klappen.

Uitvoeren

Al klappend laten enkele kinderen hun ritme horen. Eventueel kun je ter ondersteuning de puls van de vier-kwartsmaat meespelen. Tel dan tot vier vooraf.

Variatie 1: De kinderen mogen een instrument gebruiken.

Variatie 2: Twee kinderen spelen of klappen hun ritme tegelijkertijd. Tel dan tot vier vooraf.

Andere lessen