Iwan en Petroesjka

  1. Zadel razendsnel m’n paard, riep Iwan Petrovietsj,
    maar z’n vrouw riep: Ga maar op de fietsj.
    Anders brandt de bloemkool aan
    en krijg je strakjes nietsj.
    Iwan sprak: Hoe vind je me zo ietsj?

    Ik zeg: M’n paard Petroesjka,
    snel Petroesjka en nu in een tel, Petroesjka,
    o, Petroesjka, o, wat duurt dat lang.
    Ik zeg: M’n paard Petroesjka
    snel Petroesjka en nu in een tel, Petroesjka,
    Ach, die bloemkool is niet van belang.

  1.  Maar toen werd Petroesjka boos op Iwan Petrovietsj
    en ze riep: Hoe vind je me zo ietsj?
    Bloemkool niet belangrijk?
    Goed dan kookt Petroesjka nietsj:
    haal jij maar kroketten op de fietsj!

    Ik wil mijn paard Petroesjka,
    snel Petroesjka en nu in een tel, Petroesjka,
    o, Petroesjka, o, wat duurt dat lang.
    Ik wil mijn paard Petroesjka,
    snel Petroesjka en nu in een tel, Petroesjka,
    ach, dat eten is niet van belang.


  2. Maar toen na een uur of wat zei Iwan Petrovietsj:
    Ach Petroesjka, heb je toch niet ietsj?
    Maar Petroesjka zei: Nee lieve Iwan, ik heb nietsj.
    Laten we wat halen op de fietsj.

    Of op het paard Petroesjka,
    ja, Petroesjka samen op het paard Petroesjka,
    o, Petroesjka, zeg hoe lijkt je dat?
    Of op het paard Petroesjka,
    ja, Petroesjka samen op het paard Petroesjka,
    O, Petroesjka, eten in de stad!

Karaoke-versie: