Samen bakken

Samen bakken
Een kannetje met water, een kommetje met bloem,
Een potje met wat zout, om er ook nog in te doen,
En de gist niet te vergeten, die moet goed afgemeten,
Doe alles in een grote kom, dan kneden wij het om en om,
Om en om, om en om.
We kneden het goed door elkaar, straks wordt het in de over gaar.
O, wat zal het lekker zijn!
Samen bakken in zo fijn!


Wij zijn de bakkershulp
Wij zijn de bakkershulp,
Werken van ’s ochtends vroeg.
Kneden het brooddeeg door,
Vouw op en duw.

(em, op de melodie van ‘My paddle’s keen and bright’)