Klas 4: Mineur en majeur

Introductie

In de muziek kennen we twee soorten toonladder, het zijn net twee gezusters. Die gezusters zijn een beetje zoals Sneeuwitje en Rozerood. De een is meestal opgewekt en speelt graag buiten, de anders is wat bedeesder en is graag thuis. Maar dat wil niet zeggen dat ze zich soms ook anders kunnen gedragen.

In de muziek heten deze twee gezusters Majeur en Mineur. Waar Majeur vaak vrolijk klinkt, heeft Mineur vaak iets droevigs over zich.

Een muziekstuk kan in Majeur staan of in Mineur. Het muziekstuk klinkt daardoor meestal vrolijk bij Majeur en is droevig van toon bij Mineur.
Of een muziekstuk in Majeur of Mineur staat heeft dus invloed op de stemming van het muziekstuk. Maar ook het tempo, de melodie en de instrumenten hebben daar invloed op.

Luisteren

Luister maar eens naar het tweede deel uit de eerste symfonie van Gustav Mahler. Deze melodie kennen jullie vast, maar toch klinkt hij een beetje anders. Jullie kennen de melodie in Majeur, hier wordt hij gespeeld in Mineur.

Luister tot 02.40

In onderstaand filmpje zie en hoor je eerst een Majeurladder (C) en daarna een mineur ladder (Cm).

De majeur- en mineurladder

Zoals je in bovenstaand filmpje ziet kunnen niet alleen toonladders Majeur of Mineur zijn. Ook akkoorden kunnen vrolijk of droevig klinken. Daar gaat de oefening op het volgende tabblad over.

Akkoorden-dictee

In dit dictee krijg je 8 akkoorden te horen. Eerst de drie losse tonen en daarna tegelijk. Schrijf onder elkaar eerst de getallen 1 t/m 8 op en vul tijdens het dictee en + in voor Majeur en een – voor Mineur.

Antwoorden

1. + (Majeur)
2. + (Majeur)
3. – (Mineur)
4. + (Majeur)
5. + (Majeur)
6. + (Majeur)
7. – (Mineur)
8. – (Mineur)

Zingen

Andere lessen