Klas 4: Breukenoten

In deze les krijgen de kinderen een introductie over toonduur en maat.
Aan de orde komen de hele, de halve, de kwart-, de achtste en de zestiende noten. En de 3/4, 4/4 en 6/8 maat.

In een melodie kunnen tonen lang of kort klinken, sommigen gaan langzaam, andere weer snel. Je hebt daarin verschillende soorten, dat noemen we de toonduur. De tonen die klinken worden opgeschreven als noten die je kunt lezen. Hieronder staan de noten die verschillende toonduur aangeven. Je kunt deze vergelijken met de breuken.

Een hele noot duurt het langst en een zestiende duurt het kortst, kijk maar eens naar dit korte filmpje:

Stokken, vlaggetjes en spandoekjes

Wist je dat de stokken van de noten zowel omhoog als naar beneden kunnen staan? En dat dat voor de lengte niets uitmaakt?

Heb je gezien dat sommige noten vlaggetjes hebben? En dat het een spandoekjes wordt als ze naast elkaar staan? Ook dat geeft geen verschil in lengte van de noot.

We hebben gezien dat we de lengte van de noten kunnen vergelijken met breuken. Nu gaan we het hebben over de maat. Als we muziek maken dan tellen of bewegen we de maat. De maat bestaat meestal uit drie, vier of zes tellen.

Maar wat tellen we dan eigenlijk? Tellen we de kwartnoten, de halve noten, de achtste noten? Daarvoor staat er bij de maatsoort niet alleen tot hoeveel (meestal tot 3, 4 of 6) we moeten tellen maar ook wat we moeten tellen (meestal halve noten, kwartnoten of achtste noten).

Er zijn verschillende maatsoorten, dit zijn de meest gebruikte:

In dit filmpje zijn drie muziekfragmenten te horen met een verschillende maatsoort. Kun je de maat meetellen?

Op het werkblad staan verschillende opdrachten om de noten van verschillende lengte beter te leren kennen. Je gaat er ook een paar rekensommen mee maken. Succes!