Kleuters: Mijn Kabouterlamp

Introductie

Ga met de kinderen een in grote kring zitten. Maak het in het lokaal een beetje donker, als het lukt. Leid het liedje over de Kabouterlamp in door te vertellen over het meegebrachte lampje. Vertel dat een kabouter ’s nachts lampjes zoals deze gebruiken om in het donker door het bos te kunnen gaan. Hij gaat dan op zoek naar dieren om te kijken of het goed met ze gaat en of ze hulp nodig hebben.
Hij komt dan bij egeltjes in het struikgewas, eekhoorntjes op dikke takken van de boom, vogels op de dunne takken en muisjes diep onder de grond.
Zet het lampje in het midden van de kring en zing het liedje ‘Mijn kabouterlamp’.

Zingen

Mijn Kabouterlamp

  1. Blaas mijn kleine lamp niet uit, waar ik ’s nachts mee schijn, 3x
    in’t geheim ’s nachts mee schijn, in’t geheim.
  2. Verberg dit lampje niet voor mij, waar ik ’s nachts mee schijn, 3x
    in’t geheim ’s nachts mee schijn, in’t geheim.
  3. Ik draag mijn lampje de wereld rond, met haar held’re schijn, 3x
    in’t geheim ’s nachts mee schijn, in’t geheim.

Liedje afkomstig uit van www.vrijeschoolliederen.nl

Bewegen

Ondersteun de coupletten met bijpassende bewegingen die zittend kunnen worden gedaan.

Instrumenten


Variatie 1:
Een van de kindjes loopt zoals het kaboutertje langs alle klasgenootjes. Bij het lopen door het bos kraken er takjes onder de voetjes van de kabouter en knisperen de droge blaadjes op de grond.
Geef alle kinderen in de kring een instrumentje waarmee ze kunnen schudden. Het geluid mag niet te hard klinken. Leg het instrumentje voor hun voeten op de grond.
Als het kind met het lichtje op een instrumentje schijnt maakt het geluid maken. Daarna is het instrumentje weer stil. Zing tussen alle rondgangen door een couplet van het liedje.

Variatie 2: Een kind speelt met het lampje in zijn/haar hand de kabouter en maakt een ronde door het bos. Nu liggen er gegroepeerd verschillende instrumenten voor de voeten van de kinderen: shakers, ritmestokjes, schudeieren, traingels. Spreek met de kinderen af welke instrumenten verschillende dieren voorstellen.
Als het kind met het lampje voorzichtig door de kring loopt en zo bij alle dieren komt kijken of het goed gaat mogen de kinderen met de instrumentjes waar het lichtje schijnt hun geluidje laten horen. Alles is in orde, een goede nacht.

Variatie 3:
Bedenk met de kinderen wat de kabouters ’s nachts allemaal zouden kunnen doen om voor de dieren en de mensen te zorgen. Verzin samen zo’n drie dingen, bijvoorbeeld: de paden vrij houden van omgevallen bomen (raspen), bosanemonen vertellen waar de volgende ochtend de zon op komt (triangel) of een vogelhuisje repareren (ritme-stokjes of hand-trom).
Zing een couplet met de kinderen en dan laten de kinderen met een van de instrumentjes horen hoe de kabouters de dieren en de mensen hepen.

Benodigdheden

Een lantarentje met een waxinelichtje of een led-kaarsje.
Eventueel poppen van een kabouter en een aantal dieren.

Andere lessen