Groep 5/6, Beeldknap 1

In de Barok (1600-1750) gebruikte componisten de techniek waarbij ze melodieën op verschillende manieren konden gebruiken. Een melodie kon klinken als een canon, kon achterstevoren worden gespeeld, maar ook ondersteboven of in een ander tempo.
Een van de componisten die dat als de beste kon was Johann Sebastiaan Bach. Kijk en luister maar eens naar onderstaand filmpje. Je ziet daar hoe één melodie op verschillende manieren gespeeld kan worden.

Deze melodie kan dus ook in canon (achter elkaar), kreefdengang (achterstevoren of gespiegeld), omgekeerd (toon naar boven gaat dan naar beneden enz), 1x zo langzaam en dat ook nog eens tweestemmig!

Maak een eenvoudige melodie op een klokkenspel of met boomwhackers. Daarna schrijf je de melodie die je hebt gemaakt in omgekeerde volgorde op en oefen je die ook zodat je alle twee de variaties kan spelen.
Dat doe je alleen (op een klokkenspel of keyboard) of in een groepje (met boomwhackers). Gebruik eventueel dit werkblad (.pdf).

Eenvoudige ritme-instrumenten