Groep 1/2, Natuurknap 2

Introductie

In deze les maken gaan kinderen muziek maken waarbij de bomen de bladmuziek zijn.

Oriƫntatie

Er zijn veel verschillende bomen. Hier onder staan er een paar:
– de traag wiegende Linde
– de ritselende Berk met de lichte stam
– de zwaar hangende Treurwilg en
– de sterke zelfstandige Eik

Welke verschillen zie je?
Welke boom ken je?

Een boom heeft een stevige stam, wat heeft een boom nog meer?
In welke boom kun je het beste klimmen?
Onder welke boom zou je goed kunnen schuilen voor de regen?

Onderzoeken

Welke instrumenten zouden er bij de verschillende onderdelen van de boom kunnen horen?
Welk instrument hoort er bij de stam?
Welk instrument hoort er bij de takken?
Welk instrument hoort er bij de bladeren?
Welk instrument hoort er bij de vruchten van de boom?
Hoor ik ook nog vogeltjes? Welk instrument past daar bij?

Uitvoeren

Met een aanwijsstok wijs je aan waar een denkbeeldig eekhoorntje door de boom klimt. De kinderen met het instrument waar het eekhoorntje langs komt laten hun instrument horen.

Je kunt de afbeelding hieronder gebruiken maar je kunt natuurlijk ook zelf een boom tekenen met eigen instrumenten en dieren in de boom.

Tip: Er kan ook een slapende uil in de boom zitten en dan is het helemaal stil, ssstt…

Variaties

Zoals we gezien hebben bestaan er verschillende bomen. Zouden we bij de Eik andere instrumenten kiezen dan bij de Berk?
Verken zo met elkaar al associƫrend de verschillende klankwerelden bij de verschillende bomen.


Natuurknap