Groep 5/6, Beweegknap 2

Introductie

In deze les bekijken we de clown als figuur die hoort bij het circus. De kinderen leren wat een clown is, welke verschillende clowns er zijn. De verschillende kanten en kenmerken van clown wordt in bewegingen onderzocht.

Niet alle clowns zijn hetzelfde. Welke verschillende clowns kennen de kinderen?
Op het volgende tabblad staan verschillende clowns.

Oriëntatie

Bespreek met de kinderen de verschillende clown, hun karakter en rol. Waarom is een clown soms verdrietig? Waarom zijn er clowns in ziekenhuizen?

Uitvoeren

Stukje lopen
Zet vier kinderen op een rij en vraag een clown te kiezen die ze gaan nadoen. Ze mogen nu per groepje een stukje te lopen als de clown naar keuze. Is het goed zichtbaar welke clown ze uitbeelden?
Laat alle groepjes een stukje lopen op de manier die past bij de gekozen clown.

Een ijsklontje doorgeven
Zet vier kinderen op een rij en vraag hen welke clown ze zijn.
Hoe beweegt de clown die jij nu bent?
Geef nu de opdracht aan de vier kinderen om een denkbeeldig koud en glibberig ijsklontje door te geven. Elke clown doet dat al mimend op zijn/haar eigen manier.

Beweegknap